De rechtspositie van minderjarigen
Hoe zit het eigenlijk met de rechtspositie van minderjarigen? En als er sprake is van een echtscheiding van de ouders? Daar zitten nogal wat haken en ogen aan. Er kan nog veel worden verbeterd.
De theorie
Minderjarigen hebben vandaag de dag steeds meer rechten. Door het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en bepalingen uit het Nederlands recht. Betekent dit dat kinderen een volwaardige rechtspositie hebben in ons land en zou dit eigenlijk moeten gezien hun ook vaak kwetsbare positie? Een zorgvuldige afweging zal hieromtrent steeds moeten plaatsvinden, waarbij beide kanten van de medaille moeten worden belicht. Ik zet in deze blog graag wat aspecten uiteen.
Nederlands recht en luisteren naar kinderen
Op grond van de Nederlandse wet en in lijn met artikel 12 IVRK moet de rechter, een minderjarige vanaf de leeftijd van twaalf jaar, in beginsel horen in die zaken die de belangen van het kind treffen. Om een minderjarige in de gelegenheid te stellen om gehoord te worden, wordt aan het kind een brief verzonden om voor de rechter te verschijnen. Spannend voor een kind, want vaak is dit de eerste keer dat hij of zij post ontvangt en dan meteen vanuit de rechtbank. De brief komt ook aan op de hoofdverblijfplaats van het kind. Bij welke ouder is dit en hoe wordt dit vervolgens opgepakt?
Het kind mag vervolgens kiezen of het al dan niet met de rechter in gesprek gaat of dat het bijvoorbeeld in een brief zijn gedachtes en wensen op een rij zet.
Het gesprek met de rechter
Tijdens het gesprek met de rechter kan het kind in het kort (veelal duurt het gesprek 10 minuten) informeel zijn mening geven. Opnieuw spannend voor het kind; verschijnen voor die meneer of mevrouw op een toch enigszins intimiderende plek, die in de ogen van minderjarigen vaak staat voor de plek waar misdadigers komen, en over een kwetsbaar onderwerp, zoals in het geval van een scheiding. Doe dit maar even in 10 minuten tijd. En hoe staat het vervolgens met de uiteindelijke terugkoppeling rondom de beslissing die wordt genomen?
De vraag komt bij mij op of dit de meest kindvriendelijke manier is of dat dit anders zou kunnen.
Andere invulling van het hoorrecht?
Het betreft hierbij het horen van en spreken met minderjarigen van 12 jaar of ouder of soms jonger indien de rijpheid van het kind dit toelaat. Uit onderzoek blijkt dat de meeste rechtbanken de grens van twaalf jaar als redelijk beschouwen en niet vaak van die grens afwijken. In Amsterdam gaan inmiddels geluiden op dat ook kinderen vanaf 8 jaar zullen worden opgeroepen. Is dit nodig in alle soort zaken of kunnen we in scheidingszaken rondom de omgang, het gezag en de hoofdverblijfplaats ook op andere wijze invulling geven aan dit hoorrecht?
Bekend met hun rechten
Onderzoek laat zien dat minderjarigen niet goed op de hoogte zijn van de hun toegekende rechten en ze daardoor minder snel benutten. Minderjarigen zijn in beginsel beperkt handelingsbekwaam en hebben geen zelfstandige rechtsingang. Aan de ene kant zijn rechten toegekend maar aan de andere kant worden kinderen ook beschermd vanwege de kwetsbare positie waarin zij zich bevinden.
Uitzonderingen
Ons rechtssysteem zou ons systeem natuurlijk niet zijn als er geen sprake is van enkele uitzonderingen op de regel rondom de zelfstandige rechtsingang. Denk hierbij aan een minderjarige vanaf 12 jaar of ouder die een eigen rechtsingang toekomt in zaken waarin sprake is van een OTS of UHP en waarbij via de formele ingang beëindiging of opheffing kan worden verzocht van deze kinderbeschermingsmaatregelen.
Informele rechtsingang
En we kennen een informele rechtsingang; in zaken betreffende het gezag, omgang en de hoofdverblijfplaats heeft een minderjarige van twaalf jaar of ouder een informele ingang tot de rechter. Ook jongere kinderen hebben hiertoe mogelijkheden. Een minderjarige kan de rechter bijvoorbeeld een brief schrijven of een telefoongesprek voeren met de rechter. Het is vervolgens aan de rechter om een afweging te maken op welke wijze de informatie al dan niet wordt meegenomen. De rechter komt een grote mate van beoordelingsvrijheid toe. Echter zal vanuit het IVRK steeds artikel 3 een primaire overweging moeten vormen. En mijns inziens dus zeker ook de General Comment nummer 14 moeten worden meegenomen, waar in wordt gegaan op de belangen van kinderen.
Nazorg voor het kind?
De minderjarige ontleent vervolgens aan een uitspraak geen eigen recht, maar meer een afgeleid recht. Hierbij weer wat vragen; hoe wordt vervolgens aan een kind uitgelegd wat er met zijn of haar uitingen zijn gedaan? Hoe wordt ingestoken op nazorg voor het kind?
Is dit de meest geschikte manier om de stem van het kind over te brengen richting het juridisch speelveld? Kan een minderjarige overzien wat de gevolgen zijn van hetgeen hij uiteen zet in bijvoorbeeld een brief aan de rechter? Wordt dit op neutrale wijze uitgelegd in een voor een kind begrijpelijke taal? Wie legt dit dan uit? Is dat de ouder bij wie het kind de brief van de rechtbank heeft ontvangen? En wat doet dit vervolgens met het kind en zijn loyaliteit?
Andere oplossing?
Hoe zou hiervoor op laagdrempelige wijze een andere oplossing kunnen worden aangedragen, in plaats van nu over te gaan om ook kinderen vanaf 8 jaar te gaan oproepen? Ja, de stem van ieder kind mag gehoord worden. Kindvriendelijk, buiten de rechtbank om, ongeacht de leeftijd en waarbij die materie die het kind aangaat richting het kind terug wordt vertaald zodat voorzien wordt in artikel 17 IVRK, het recht op informatie! Als Kindbehartiger dragen wij ons steentje hier zoveel mogelijk aan bij. En dat blijkt hard nodig te zijn wanneer wij luisteren naar de signalen die kinderen afgeven en de hulpvragen die bij ons binnen komen.
Visie minderjarigen
Het merendeel van de minderjarigen geeft aan graag hun stem te willen laten doorklinken in zaken die hen aangaan, maar ook dat zij zich veelal niet gehoord voelen. Jongeren koppelen ook terug niet te willen worden betrokken in die zaken die op volwassen niveau spelen. “Laat ons met rust en ons gewoon ons ding doen.” Zij willen op kindvriendelijke wijze hun verhaal kunnen doen en het liefst via een neutraal iemand die er voor hen is. Maar vooral ook niet te zwaar belast worden.
Dat is ook een van de voornaamste redenen waarom het profiel van de Kindbehartiger in het leven is geroepen, zodat in een vroegtijdig stadium op een laagdrempelige manier geluisterd kan worden naar de stem van ieder kind, ongeacht de leeftijd van het kind, en ondersteund kan worden in het borgen van deze stem. Ook jonge kinderen hebben een stem en maken een ontwikkeling door, waarop geanticipeerd kan worden. Graag veel eerder aan de voorkant in plaats van dat na vele jaren de problematiek als een boemerang terug komt bij het kind.
Raad van Europa
De Raad van Europa heeft tenslotte uiteen gezet dat minderjarigen wantrouwen koesteren tegen het rechtssysteem. Uit onderzoek naar de ervaringen van Europese kinderen met hun rechten, kwam naar voren dat zij vele tekortkomingen ervaren, zoals de intimiderende omgeving van de rechtspraak, een tekort aan informatie en uitleg in een voor hen begrijpelijke taal. Zaken die haaks staan op wat het IVRK vereist.
De rechtspraak dient toegankelijk, begrijpelijk en betrouwbaar te zijn. Er moet geluisterd worden naar kinderen, hun standpunten moeten serieus worden genomen en er moet zeker gesteld worden dat degenen die zich niet kunnen uiten, beschermd worden. Dit alles vanuit een benadering waarbij kinderen met respect, zorg, eerlijkheid en waardigheid behandeld worden. En waarbij zij niet op een niveau komen te staan waar zij als beslisser worden neergezet.
Het IVRK verplicht de verdragsluitende staten tot het versterken van de rechtspositie van minderjarigen in zaken die hem betreffen. Het EVRM kent ieder mens het recht toe tot toegang tot de rechter. Artikel 12 van het IVRK stelt dat ieder kind zijn stem moet kunnen overbrengen, desnoods via een eigen vertegenwoordiger of belangenbehartiger. De tools hiervoor hebben wij in handen. De praktijk vraagt om uitvoering!
Tot slot
Wanneer bovenstaande bekeken wordt; kinderparticipatie versus de bescherming van kinderen, dan hebben wij waardevolle middelen voor handen die naast de noodzakelijke bescherming ook de participatierechten voor minderjarigen kunnen versterken in scheidingszaken. Op een kindvriendelijke manier. Via de Kindbehartiger in een vroegtijdig stadium van het scheidingsproces en via de bijzondere curator in Jeugdzaken in een stadium verder in het geval van lopende procedures waarbij er sprake is van een belangenstrijd tussen de belangen van het kind en diens gezaghebbende ouders.
Ik zou vooral willen pleiten om eerder aan de voorkant ondersteuning te bieden, laagdrempelig, zodat kinderen zich zorgeloos kunnen blijven ontwikkelen. Ieder kind verdient het om met een vertrouwd en veilig gevoel verder te kunnen na een scheiding.
De rechtspositie van minderjarigen
is geschreven door Marieke Lips, eigenaar KidsInbetween en oprichter Beroepsorganisatie Kindbehartiger. Voor meer info over Marieke kan je ook kijken op de pagina waarop wij van alle bloggers voor oprechtscheiden een profiel hebben geplaatst. Wil je reageren op dit artikel? Graag! hieronder kan je je mening geven.