Parentificatie bij echtscheiding | Het kind neemt de ouderrol over
Kinderen kunnen zich veel zorgen maken. Vooral als hun ouders gaan scheiden krijgen ze best veel voor hun kiezen. Hun vertrouwde leven gaat er anders uitzien. Niet noodzakelijk slechter, maar in ieder geval anders. Kinderen hebben behoefte aan continuïteit. Dat geeft ze houvast en een veilig gevoel. Als er dingen veranderen vinden ze dat meestal niet prettig.
Ook het kind wordt ‘ingeruild’
Kinderen maken zich niet alleen zorgen over zichzelf. Ze kunnen zich ook zorgen maken over hun ouders. Gaat het wel goed met ze? Tijdens een scheiding heeft een kind ook een goede reden om zich zorgen te maken. Al is het nog zo’n nette en vriendelijke scheiding; ergens is er toch iets niet goed gegaan en dat weet het kind. De bedoeling was om een gezin te vormen. En daar is tenminste 1 van de gezinsleden het niet meer mee eens. Er gaat iemand weg. Dus er zijn achterblijvers. Niet alleen wordt er 1 ouder verlaten, ook de gezinssituatie zoals die was, wordt verlaten. Ook als de ouders samen beiden achter de scheiding staan: ze wisselen toch het bestaande gezin in voor iets anders. En het kind is onderdeel van dat gezin.
Het hele gezin verandert
Dat betekent voor een kind een verlies van houvast. De veiligheid van de bekende situatie verandert. Een kind kan daarop reageren door in het vacuum te stappen dat ontstaat door de nieuwe situatie. Bij een scheiding valt in de ouderrol altijd een gat. Ook als beide ouders betrokken blijven bij het kind. Het gezin is er niet meer. Je zit niet meer samen aan tafel. Een van de ouders is misschien verdrietig. Of een van de ouders is ineens heel gelukkig met iemand anders die het kind (nog) niet kent. Allemaal bedreigingen voor het kind dat juist wil dat alles zo blijft als het was.
Het kind neemt de ouderrol over
Als het kind het vacuum in de ouderrol wil gaan opvullen om zo te proberen de veiligheid te herstellen, dan noemen we dat parentificatie. Door bij te dragen in het ontzien van de ouders probeert het kind zelf meer grip op de situatie te krijgen. Een lichte mate van parentificatie is altijd aanwezig tijdens de opvoeding en dat is ook goed. Door een scheiding kan dit tijdelijk even wat meer plaatsvinden. Ook dat is niet erg. Even extra helpen tijden de scheiding kan geen kwaad. Vooral niet als de ouders het kind hiervoor ook waardering tonen. Als een kind echter voor langere tijd in de ouderrol stapt kan dat ook op langere termijn hele vervelende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind.
Parentificatie bij echtscheiding
In het boek Scheiden in Nederland wordt over de nadelige gevolgen van parentificatie het volgende geschreven: “Het kind zal zo goed als hij kan de behoeften van de ouder proberen te vervullen, zodat de relatie die voor hem overleving betekent in stand kan worden gehouden. Het geparentificeerde kind is er ontzettend kundig in om behoeften van volwassenen te vervullen en zijn eigen angsten en ontberingen te verbergen. Hij groeit uit tot een dwangmatige verzorger die eindeloos blijft geven en die stilzwijgend steeds bozer wordt omdat zijn eigen behoeften niet erkend of vervuld worden. Hij gelooft dat hij veel geeft en zal genieten van het beetje wederkerige aandacht dat hij krijgt zonder erop te hebben hoeven vragen, omdat hij geleerd heeft om blij te zijn met elke kruimel en niet om meer te vragen. Om persoonlijke aandacht vragen draagt het niet te verdragen risico in zich om afgewezen te worden. Het kind past zich vanuit gebondenheid en loyaliteit aan de ouderlijke bewuste en onbewuste behoeften aan. Omdat kinderen trouw aan de ouder zijn, blijven ze geven. Ze kunnen zich niet voor de behoeften van de ouder afsluiten en offeren dus zichzelf op om hun ouders gevoelens van pijn te besparen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor hun problemen en vervullen de behoeften van de ouders terwijl ze hun eigen angsten, verdriet en behoeften verbergen. Nooit zullen ze echter aan deze veel te hoge verwachtringen kunnen voldoen en raken zichzelf kwijt. Ze ontwikkelen weinig zelfvertrouwen en ontwikkelen een groot schuldgevoel. Ze kunnen met hun eigen verdriet nergens heen en voelen een diepe eenzaamheid. Het kind dat zorgde houdt op latere leeftijd heel veel moeite om de eigen behoeften te kennen en te verwoorden. Deze persoon vindt dat hij altijd sterk moet zijn. Hij geeft altijd of beschuldigt zichzelf ervan dat hij niet genoeg geeft. Het vertrouwen dat iemand hem iets zou willen geven is er niet meer. Een ander krijgt hiervoor dan ook nauwelijks een kans. Een geparentificeerde persoon heeft grote kans om depressief te worden of uitgeput te raken. Het kind dat altijd braaf was heeft nogal eens het idee dat hij gewaardeerd wordt om wat hij presteert en niet om wie hij is. Hierdoor ontstaat de neiging om anderen ook zo te beoordelen. Op latere leeftijd wreekt het in de jeugd aangeleerde gedrag om aan de ouderlijke behoeften te kunnen voldoen bijvoorbeeld het afschermen van de eigen emoties, het onder controle houden van de eigen gevoelens en het vermijden van conflicten zich. Dit kan problemen veroorzaken in de relaties en vriendschappen die deze persoon aangaat “. (bron: A.M. van Riemsdijk, Scheiden in Nederland, gids bij een juridisch, menselijk en zakelijk proces, p 61.)
Klokhuis over echtscheiding
Het programma Klokhuis heeft aandacht besteed aan kinderen waarvan de ouders gaan scheiden. Check dit filmpje maar eens.
https://youtu.be/_GDFLW4Xpuc
Voor meer filmpjes over dit onderwerp kan je ook rechtstreeks naar de site van het klokhuis gaan.