Wat kunt u nog doen om geld te besparen?

Algemeen
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Erf- en schenkbelasting
Overdrachtsbelasting

Tips om geld te besparen

T-biljet indienen
Een T-biljet, waarmee om teruggaaf van inkomstenbelasting kan worden verzocht, kan tot vijf jaar na afloop van het kalenderjaar worden ingediend. Hierbij geldt geen teruggaafgrens. Tot 31 december 2010 kunt u dus alsnog om teruggaaf verzoeken over het jaar 2005.

Ga na of uw voorlopige teruggaaf 2011 correct is
Indien u dit jaar een voorlopige teruggaaf ontvangt, wordt deze volgend jaar in principe ongewijzigd voortgezet. U hoeft dus niet ieder jaar een nieuw verzoek in te dienen. Als u wilt dat de voorlopige teruggaaf wordt aangepast, moet u een wijzigingsverzoek indienen bij de belastingdienst. Geef eventuele wijzigingen tijdig door als u de teruggaaf op een lager bedrag wilt laten vaststellen. Op die manier bespaart u heffingsrente.

Betaal uw belasting op tijd
Openstaande belastingschulden kunt u het beste zo veel mogelijk nog dit jaar betalen. Deze schulden komen namelijk niet in mindering op de rendementsgrondslag van box 3. Door de belasting nog dit jaar te betalen, heeft u op 31 december en 1 januari een kleiner vermogen, zodat u minder belasting in box 3 betaalt. Het is ook mogelijk de belastingschuld met geleend geld af te lossen: de schuld aan de bank komt namelijk wel in mindering op uw vermogen, zodat de niet-aftrekbare belastingschuld is “omgezet” in een aftrekbare schuld. Overigens worden vorderingen en schulden inzake de erfbelasting (voorheen: het successierecht) vanaf 1 januari 2010 wel in box 3 in aanmerking genomen. Als u vóór 1 oktober schriftelijk een voorlopige aanslag hebt aangevraagd maar die aanslag nog niet hebt ontvangen, mag u de verschuldigde belasting – die pas na de jaarwisseling wordt betaald – toch in mindering brengen op de rendementsgrondslag van box 3.

Middeling
Indien uw box 1-inkomen over een reeks van drie aaneengesloten jaren van jaar tot jaar sterk verschilt, kunt u een middelingsverzoek indienen. U moet dit verzoek doen binnen 36 maanden nadat alle aanslagen over de desbetreffende jaren onherroepelijk zijn geworden. De inkomstenbelasting wordt dan herrekend over uw gemiddelde inkomen in die jaren, zodat u minder last hebt van het progressieve tarief in box 1. Een teruggaaf is alleen aan de orde voor zover het verschil tussen de geheven en de herrekende belasting meer dan € 545 bedraagt.

Voorlopige verliesverrekening
In de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting bestaat de mogelijkheid om verliezen te verrekenen met inkomen of winst van andere jaren. Voordat het verlies over een jaar definitief wordt vastgesteld, kan op verzoek gebruik worden gemaakt van de voorlopige achterwaartse verliesverrekening. Dit levert u een liquiditeitsvoordeel op. Voorlopige verliesverrekening is in de inkomstenbelasting mogelijk met positieve inkomsten uit de drie voorafgaande jaren en in de vennootschapsbelasting met de positieve winst van het voorafgaande jaar. In de vennootschapsbelasting is aan belastingplichtigen bovendien tijdelijk de mogelijkheid gegeven verliezen drie jaar terug te kunnen wentelen. Dit betreft verliezen uit de jaren 2009, 2010 en 2011. In ruil hiervoor wordt de mogelijkheid tot voorwaartse verliesverrekening beperkt tot zes jaar in plaats van de normale negen jaar. De voor- en nadelen van deze keuze moeten nauwkeurig worden onderzocht zodat u er op de voor uw bedrijf meest gunstige wijze gebruik van kunt maken en het optimale liquiditeitsvoordeel bereikt. De inspecteur houdt bij de voorlopige verliesverrekening rekening met 80% van het vermoedelijke verlies.

Nieuw partnerbegrip
Met ingang van 1 januari 2011 wordt een nieuw uniform partnerbegrip geïntroduceerd dat voor alle belastingwetten geldt. Gehuwden, geregistreerde partners en samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract die in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staan ingeschreven op hetzelfde woonadres worden als partners aangemerkt. Ook in andere wetgeving, zoals de inkomstenbelasting, wordt het partnerbegrip in verband hiermee aangepast. Voor een meer uitgebreide toelichting verwijzen wij naar het tweede deel van deze special. De wijziging van het partnerbegrip per 1 januari 2011 kan ertoe leiden dat het verstandig is vóór 1 januari 2011, voor zover mogelijk, passende maatregelen te nemen.

Inkomstenbelasting

Investeringen: spreiden of concentreren?
Voor ondernemers die van plan zijn om op korte termijn te investeren, is het zinvol om na te gaan of ze die investeringen allemaal nog dit jaar moeten doen, of dat ze die beter kunnen spreiden over dit jaar en volgend jaar. Het percentage van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek neemt namelijk af naarmate het investeringsbedrag op jaarbasis groter is. Echter, vanwege de regeling voor tijdelijke willekeurige afschrijving is het juist voordelig om nog in 2010 te investeren, aangezien de aanschafwaarde minus de restwaarde van kwalificerende investeringen dan nog voor 50% in 2010 mag worden afgeschreven en de resterende 50% in 2011. Daarbij geldt als voorwaarde dat voorafgaande aan de ingebruikneming van het bedrijfsmiddel niet meer mag worden afgeschreven dan het bedrag dat ter zake van de aangegane verplichtingen is betaald. De regeling voor tijdelijke willekeurige afschrijving is overigens nog een keer verlengd en geldt ook voor kwalificerende investeringen in het jaar 2011. Indien u voornemens bent (grotere) kwalificerende investeringen te doen, verdient het dus aanbeveling die in elk geval vóór 2012 te doen (zie daartoe de wijzigingen in de belastingwetgeving per 1 januari 2011 zoals opgenomen in deze special).

Vooruitbetaalde rente in verband met de eigen woning
Als uw belastingdruk in box 1 in 2011 naar verwachting lager zal zijn dan dit jaar, is het voordelig om hypotheekrente op uw eigenwoningschuld vooruit te betalen. Vooruitbetaalde rente die betrekking heeft op een tijdvak dat uiterlijk op 30 juni 2011 eindigt, is nog dit jaar aftrekbaar.

Aflossen restant hypotheekschuld
Indien u de mogelijkheid hebt uw hypotheekschuld af te lossen, heeft dat als gevolg dat u geen eigenwoningforfait meer behoeft aan te geven. Per saldo bent u met betrekking tot uw eigen woning dan geen inkomstenbelasting verschuldigd. Door uw vermogen te gebruiken voor aflossing van de eigenwoningschuld verlaagt u bovendien uw box 3-vermogen. Wel dient u te bedenken dat als u binnen drie jaren verhuist, dit betekent dat u de nieuwe woning niet of nog maar beperkt kan financieren met een lening.

Voorgenomen verkoop eigen woning
Indien u van plan bent uw eigen woning te verkopen, is het verstandig de formele verkoop en overdracht van de woning uit te stellen tot begin volgend jaar. Op die manier voorkomt u dat de opbrengst van de woning op de peildata 31 december 2010 en 1 januari 2011 in box 3 valt. Door uitstel van de verkoop tot begin 2011 bespaart u in beginsel 1,2% van de ontvangen koopsom. In principe geldt natuurlijk het omgekeerde indien u een woning aankoopt die (deels) is gefinancierd met eigen geld: die kunt u het beste vóór de jaarwisseling aankopen.

Lijfrentepremieaftrek
Met ingang van 1 januari 2011 vervalt de algemene terugwentelingsmogelijkheid voor lijfrentepremies, op grond waarvan premies die binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar zijn betaald in het voorafgaande kalenderjaar in aanmerking kunnen worden genomen. Premiebetalingen die met betrekking tot het jaar 2010 in aanmerking zullen worden genomen, dienen daarom voor 31 december 2010 te worden betaald. De terugwentelingstermijn van zes maanden voor lijfrentepremies bij de staking van een onderneming is overigens blijven bestaan.

Aftrekbare giften
Op basis van de giftenaftrekregeling hebben particulieren recht op een aftrekpost ter zake van giften aan algemeen nut beogende instellingen. Er geldt een drempelbedrag van 1% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek, met een minimum van € 60. Bovendien mag de aftrek niet méér bedragen dan 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Bij partners worden de giften samengeteld en wordt de drempel en het maximum getoetst aan het gezamenlijke verzamelinkomen. Voornoemde drempels gelden niet voor periodieke giften. Er is sprake van een periodieke gift als bij notariële akte de verplichting wordt aangegaan om gedurende een periode van ten minste vijf jaren jaarlijks een even grote schenking te doen ten behoeve van een kwalificerende instelling. Sinds 30 december 2009 mag deze verplichting overigens niet meer als schuld in box 3 worden opgenomen. Tevens geldt sinds 1 januari 2010 dat giften niet aftrekbaar zijn zolang zij rentedragend schuldig worden gebleven door de schenker. Aftrek is pas mogelijk op het moment dat het bedrag daadwerkelijk wordt betaald.

Terbeschikkingstellingsregeling
Bent u van plan om het pand dat u aan uw eigen vennootschap verhuurt in te brengen in die of een andere eigen vennootschap, zorg er dan voor dat dit nog in het jaar 2010 geschiedt. Belastingplichtigen hebben namelijk uitsluitend in het jaar 2010 de mogelijkheid om een ter beschikking gesteld pand zonder heffing van inkomstenbelasting en overdrachtsbelasting in te brengen in een naamloze of besloten vennootschap.

Loonbelasting

Geschenkenvrijstelling
Indien een werkgever zijn werknemers een geschenk wil geven (bijvoorbeeld ter gelegenheid van Sinterklaas of Kerstmis), kan dit zonder inhouding van loonbelasting, mits het geschenk maximaal € 70 per persoon bedraagt. De werkgever is echter wel 20% eindheffing verschuldigd.

Keuze: spaarloon of levensloop?
Iedere werknemer heeft het recht om een levenslooptegoed op te bouwen. Het is echter niet mogelijk om tegelijkertijd gebruik te maken van de spaarloonregeling. De werknemer zal dus jaarlijks tussen de beide faciliteiten moeten kiezen. Als een werknemer zijn keuze in 2011 wil wijzigen, is het dus van belang om dit tijdig aan de werkgever te melden.

Werkkostenregeling
Per 1 januari 2011 wordt de nieuwe werkkostenregeling geïntroduceerd. Het is daarna alleen nog heel beperkt mogelijk om kosten aan werknemers belastingvrij te vergoeden. Voor een korte toelichting op deze wetswijziging verwijzen wij naar het deel van deze special waarin de wetswijzigingen worden besproken. Werkgevers hebben de mogelijkheid om op basis van een overgangsregeling voor de jaren 2011, 2012 en 2013 voor het huidige regime van kostenvergoedingen en verstrekkingen te opteren. In de praktijk is naar aanleiding van onderzoek gebleken dat de kosten van beide regimes enorm kunnen verschillen. Om het voor uw bedrijf meest gunstige regime te bepalen, verdient het aanbeveling om nog vóór afloop van dit jaar de effecten van de keuzemogelijkheid – opteren wel of niet – te bepalen.

Erf- en schenkbelasting

Kinderen en overige verkrijgers
Jaarlijks kunnen ouders binnen bepaalde grenzen schenkingen aan hun kinderen doen zonder schenkingsrecht verschuldigd te zijn. Per kind kan in 2010 € 5.000 onbelast worden geschonken. Indien het kind tussen de 18 en 35 jaar is, kan eenmalig een bedrag van € 24.000 onbelast worden geschonken, mits daarvan aangifte wordt gedaan. Indien de schenking is bestemd voor de aanschaf van een eigen woning of een kostbare studie van uw kind, bedraagt de eenmalig verhoogde vrijstelling zelfs € 50.000. Vanaf 2011 mag deze schenking ook betrekking hebben op de kosten voor verbetering of onderhoud van een eigen woning, voor de aflossing van de eigenwoningschuld en voor de afkoop van een recht van erfpacht, opstal of beklemming. In het geval dat u uw kinderen ten behoeve van een van de laatstgenoemde doelen een geldbedrag wilt schenken, verdient het aanbeveling om daarmee tot volgend jaar te wachten. Voor alle andere verkrijgers geldt een vrijstelling van € 2.000. U mag uiteraard meer schenken dan de hierboven genoemde bedragen, maar dit leidt dan wel tot heffing van schenkbelasting bij de verkrijger.

Erfbelasting
Met ingang van 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 ingrijpend gewijzigd. Laat daarom uw testament, huwelijkse voorwaarden etc. nog eens goed door uw adviseur bekijken (als dit niet reeds is gebeurd), zodat u zeker weet dat deze nog aansluiten bij uw persoonlijke wensen.

Overdrachtsbelasting

Verlenging termijn opvolgende verkrijging
De bestaande regeling waaronder bij een opvolgende verkrijging binnen zes maanden na een voorgaande verkrijging slechts overdrachtsbelasting verschuldigd is over het verschil tussen de latere en de eerdere koopprijs (c.q. waarde op dat moment), wordt met ingang van 1 januari 2011 voor woningen verruimd tot een termijn van twaalf maanden. Dit geldt slechts indien de woning verkregen is in 2011 en binnen twaalf maanden na die verkrijging wordt doorverkocht. In alle andere gevallen blijft de bestaande regeling (met een termijn van zes maanden) van toepassing. Indien zich bij u derhalve een situatie voordoet waarbij dezelfde woning naar verwachting binnen een termijn van twaalf maanden wordt doorverkocht, zou het voor u aantrekkelijk kunnen zijn om met de eerste aankoop tot begin 2011 te wachten.

Bron: Deloitte Mijns & Cijns.