Scheiding en eigen bedrijf

Een scheiding is in veel gevallen een emotioneel en pijnlijk proces. Het kan nóg pijnlijker worden als de onderneming inzet wordt van een strijd tussen beide partijen. Hoe kun je voorkomen dat het zover komt? En wat zijn de belangrijkste valkuilen?

Helft van de bezittingen, én schulden

Het is niet een erg romantische gedachte, maar een scheiding moet je eigenlijk al regelen op het moment dat je gaat trouwen. Juist in ondernemersland spelen de condities waaronder je gaat trouwen  een grote rol; in gemeenschap van goederen, of op huwelijkse voorwaarden. Wie in het huwelijksbootje stapt en niets regelt trouwt automatisch in gemeenschap van goederen. In de praktijk komt het er dan op neer dat beide partijen bij scheiding recht hebben op de helft van de waarde van de bezittingen. Oh……én op de schulden!

Scheiding en eigen bedrijf

Bij ondernemers die een eenmanszaak hebben, in gemeenschap van goederen getrouwd zijn en gaan scheiden, is de grote vraag welke waarde het bedrijf heeft. Welke winst wordt er gemaakt en hoe ga je om met de bezittingen en schulden van het bedrijf? De waarde moet namelijk verdeeld worden en alleen hierover zijn al heftige discussies mogelijk. De economische waarde wordt immers voor een groot deel opgehangen aan de ondernemer zelf; hij of zij is als het ware het bedrijf.

Afspraken maken

Om problemen te voorkomen zouden ondernemers eigenlijk altijd op huwelijkse voorwaarden moeten trouwen. Dan maak je vooraf afspraken over de verdeling van inkomen en vermogen. Je kunt in huwelijkse voorwaarden het inkomen of vermogen – en dus ook het bedrijf – bijvoorbeeld volledig afschermen door middel van ‘koude uitsluiting’. Alleen het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens het huwelijk valt hierbuiten en moet wel worden verdeeld. De enige uitzondering hierop is als de Wet Verevening Pensioenrechten (Wet VPS) door partijen expliciet niet van toepassing wordt verklaard in de huwelijkse voorwaarden, of in het echtscheidingsconvenant.

Koude uitsluiting? Warme uitsluiting!

Velen vinden koude uitsluiting te ver gaan omdat het onrecht zou doen aan de niet-meewerkende partner die in immaterieel opzicht wel heel veel heeft geïnvesteerd in huishouden, gezin en zorg voor de kinderen. Met ‘warme uitsluiting’ kies je voor een genuanceerder huwelijkscontract. Daarin is het periodiek verrekenbeding een bekend instrument. Dit houdt in dat de echtgenoten met elkaar afspreken dat ze na elk jaar vaststellen hoe het inkomen en de winst onderling worden verrekend. Wat inkomen precies is, moet goed worden afgebakend: een deel van de winst? dividenden? opnames van de rekening courant? Doe je dat niet, dan doet de rechter het voor je.

Vervaltermijn

Een prima methode, ware het niet dat de echtgenoten die jaarlijkse verrekening afspreken, hem in de praktijk vaak niet uitvoeren; het versloft. Vaak geldt er een vervaltermijn en als de verrekening daarbinnen niet heeft plaatsgevonden, dan gaat het geld ‘mengen’. In zo’n geval kan de rechter later oordelen dat het vermogen toch gemeenschappelijk is geworden. Toch is een verrekenbeding wel de manier om te voorkomen dat de dat lastige waarderingsproces in moet. Het moeilijke van het waarderingsproces is dat je enerzijds het inkomen, en daarmee de draagkracht voor de alimentatieverplichtingen moet vaststellen, en anderzijds het vermogen, zakelijk en privé. Wat je vaak ziet is dat de kip met de gouden eieren geslacht wordt: de ex-partner schat de waarde van het bedrijf te hoog in en wil daarom (te) veel hebben. In dat geval komt de continuïteit van de onderneming in gevaar. En dat heeft ook weer gevolgen voor de alimentatieverplichtingen.

En met een BV?

Ook een ondernemer met een BV, die in gemeenschap van goederen is getrouwd, krijgt te maken met continuïteitsproblemen als hij of zij gaat scheiden. Er moet dan een aandelenoverdracht plaatsvinden. Die moet maar net gefinancierd kunnen worden. Feitelijk moet de ex-partner worden uitgekocht.

En dan nog het pensioen

Pensioen is nog een belangrijk onderwerp voor een ondernemer die gaat scheiden. De ex-partner van de ondernemer heeft recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Die opbouw gebeurt vaak in eigen beheer, in een holding of een pensioen-bv. Als daar mee belegd wordt en er verliezen worden geleden gaat het mis. Dan heeft de ondernemer onvoldoende reserves om het pensioen van zijn of haar ex-partner af te storten. Daar heeft de rechter geen boodschap aan. Alleen als de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt, kan de ondernemer hiervan worden vrijgesteld.

Alsnog iets regelen?

Wie getrouwd is in gemeenschap van goederen kan in een later stadium alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Handig voor wie nadien een onderneming is begonnen en een (deel van) het vermogen buiten de gemeenschap wil houden, bijvoorbeeld om de continuïteit van het bedrijf bij scheiding niet in gevaar te brengen. Huwelijkse voorwaarden kunnen worden geregeld via een notariële akte, bij de notaris dus. Ben je ondernemer en ga je scheiden? Wij zoeken de juiste expert voor je: